De eerste dagen blijf je natuurlijk lekker binnen, maar na een poosje heb je vast zin om even met je kind naar buiten te gaan. Maar wanneer mag dat eigenlijk precies?
Op geboortegewicht
Na de geboorte valt elke baby weer even terug in gewicht, doordat hij of zij meer aan vocht en ontlasting verliest dan aan voeding binnenkrijgt. Na een dag of zes komt je kind echter snel weer in gewicht aan. Zodra je baby weer op het geboortegewicht is, mag je met hem of haar naar buiten. Al is dat natuurlijk wel een beetje afhankelijk van het seizoen. In de lente of de zomer kun je nu eenmaal wat sneller naar buiten dan wanneer er een gemene, gure wind waait.
Warm inpakken
Is het erg koud buiten en wil je toch even met je kind gaan wandelen, dan kun je van tevoren een kruik in de wagen leggen. Haal de kruik er wel uit als je je baby in de wagen legt, want tijdens het rijden zou die steeds tegen hem of haar kunnen aanrollen.
Twijfel je hoe je je kind moet kleden? Een goede stelregel is deze: trek hem of haar net zoveel aan als je zelf aan hebt, plus één laagje extra. En wil je weten of je baby het niet te warm of te koud heeft, voel dan even in het nekje. Voelt dit lekker warm, maar niet zweterig aan? Dan is het goed. De handjes en voetjes voelen vaak wel een beetje koud, maar dit zegt niets over de lichaamstemperatuur.
Neem je je kind mee naar buiten in een slendang (draagdoek), draag hem of haar dan niet ónder je jas: de kans is groot dat het daar al snel veel te warm wordt.
En hoe voel jij je?
Voel je je weer helemaal in staat om een wandelingetje te gaan maken? Zelfs al denk je dat je weer helemaal ‘de oude’ dan kan dat buiten toch nog wel eens tegenvallen. Overdrijf het de eerste keer niet. Een klein ommetje is beter dan een fikse wandeling.